Wijziging Regeling Verkeersregelaars 2009

Het ministerie van IenW heeft op 17 april 2019 het voorstel tot wijziging van de Regeling verkeersregelaars 2009 en de Regeling taken Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen aan ATR aangeboden voor toetsing.

Het wijzigingsvoorstel regelt een verlichting van de eisen voor beroepsverkeers-regelaars en transportbegeleiders. Het voorstel volgt op de uitkomsten en aanbevelingen van het Overlegorgaan Centrale Ontheffingsverlening (OCOV) dat de Regeling verkeersregelaars in 2016 evalueerde. Het voorstel bepaalt onder andere dat de eis dat een transportbegeleider moet beschikken over een rijbewijs C/E met code 95 wordt geschrapt. Deze eis is niet proportioneel omdat de transportbegeleider in de praktijk geen voertuig van categorie C bestuurt. Daarnaast wordt het leeftijdscriterium (minimaal 24 jaar) vervangen door een ervaringscriterium: een transportbegeleider mag geen beginnende bestuurder zijn.
Verder bepaalt het voorstel dat het theorie-examen voor transportbegeleiders in de toekomst wordt verzorgd door het CBR. Dit om onafhankelijkheid en uniformiteit te waarborgen.

ATR constateert dat de toelichting bij het voorstel nut en noodzaak van de voorgenomen wijzigingen onderbouwt en dat het voorstel bijdraagt aan regeldrukvermindering. De regeldrukeffecten van het voorstel zijn volgens het college correct op handelingenniveau uitgewerkt in de toelichting.

Het college ziet naar aanleiding van regeldruksignalen uit de praktijk kansen voor verdere regeldrukvermindering. Zo adviseert ATR de verplichte e-instructie voor beroepsmatige verkeersregelaars te laten vervallen in de situatie dat zij als vrijwillige evenementen-verkeersregelaar willen optreden. Beroepsmatige verkeersregelaars beschikken naar het oordeel van ATR over voldoende ervaring en kennis. De e-instructie is in dat geval een onnodige vereiste.

Verder adviseert ATR om te onderzoeken of een verlengde geldigheidsduur voor de e-instructie mogelijk en passend is. Daarbij kan worden overwogen om de geldigheidsduur te verlengen voor die verkeersregelaars die actief zijn bij meerdere evenementen per jaar. Jaarlijks een e-instructie doorlopen is mogelijk voor deze verkeersregelaars onnodig belastend.

Tot slot ziet het college kansen om de indieningsvereisten te beperken voor de aanvraag van een aanstelling(spas) als landelijk beroepsverkeersregelaar. Dit omdat de huidige eisen tot onwerkbare situaties kunnen leiden. In het bijzonder gaat het om de situatie dat een beginnende verkeersregelaar die als landelijk verkeersregelaar wil worden aangesteld, bewijzen moet overleggen van opdrachten in verschillende gemeenten in verschillende gemeente. Het college adviseert de indieningsvereisten voor deze situatie te herzien.