Wijziging BTIV inzake markttoets en erfpacht

Op 3 juni 2019 ontving ATR voor advies het Besluit tot wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (BTIV) inzake de vereenvoudiging van de markttoets en bepaling van het erfpachtvoordeel. Door deze wijziging wordt het BTIV afgestemd op de vereenvoudiging van de markttoets, zoals die onlangs is opgenomen in de Wet maatregelen middenhuur. Daarnaast bevat dit besluit nieuwe regels inzake eeuwigdurend afgekochte erfpacht. Dit betreft een eenduidige methode voor het taxeren van het financiële voordeel dat woningcorporaties kunnen hebben wanneer zij grond in eeuwigdurende erfpacht hebben van de gemeente en de corporatie de bestemming wil wijzigen naar middenhuur.

Met de voorliggende wijziging van het BTIV voor de vereenvoudiging van de markttoets vervalt een aantal van de huidige vereisten. Ook maakt dit voorstel het voor woningcorporaties eenvoudiger om niet-DAEB-investeringen, zoals het realiseren van middenhuurwoningen, te doen. ATR is van mening dat nut en noodzaak van het voorstel voldoende zijn aangetoond en er geen minder belastende alternatieven zijn. Het uiteindelijke doel van deze maatregelen is om ervoor te zorgen dat woningcorporaties sneller en makkelijker investeringen in het middenhuursegment kunnen doen.
De minister moet goedkeuring verlenen voor het uitvoeren van niet-DAEB-werkzaamheden. In de Woningwet is opgenomen dat geen goedkeuring verleend wordt voor nieuwe niet-DAEB-werkzaamheden als niet met een marktverkenning is nagegaan of andere partijen dan de woningcorporatie interesse hebben in het uitvoeren van de werkzaamheid. Dit besluit bepaalt dat de gemeente verantwoordelijk is voor die marktverkenning. Via de marktverkenning krijgen alle partijen dezelfde informatie om te bepalen of zij de activiteit op zich willen nemen. De gemeente doet de marktverkenning door middel van een algemene bekendmaking die gepubliceerd wordt op een digitaal platform. Volgens het voorstel draagt de Rijksoverheid voor de komende vijf jaar de kosten van dit platform. ATR constateert dat niet duidelijk is wat er na die vijf jaar met het platform gebeurt. Onduidelijk is wie het platform dan moet financieren en om welk bedrag het dan gaat. Ook merkt ATR op dat niet duidelijk is wanneer de vijfjaarstermijn ingaat en eindigt. ATR adviseert om dit nader toe te lichten.

De toelichting bij het voorstel geeft regels voor de berekening van het financieel voordeel in geval van erfpachtgronden. ATR adviseert om hierbij aan te geven wat er met het berekende financieel voordeel gebeurt en hoe de voordeelberekening bijdraagt aan het beleid van de woningcorporaties.
Voor de berekening van dat erfpachtvoordeel geeft de toelichting aan dat het voorstel leidt tot een toename aan regeldruk en extra administratieve handelingen voor zowel de gemeente als de corporatie, vanwege het gezamenlijke opdrachtgeverschap, de administratieve verwerking van het bedrag van het financieel voordeel en het toezicht hierop van de Autoriteit woningcorporaties. Het bedrag wordt geschat op maximaal € 400.000,-. ATR adviseert om een nadere uiteenzetting van dit bedrag in de toelichting op te nemen. Daarnaast adviseert ATR om de regeldrukparagraaf aan te vullen met een toelichting over de eventuele (hoogte van de) regeldruk die ontstaat als gevolg van de voordeelberekening bij erfpachtgronden. Het advies luidt om het besluit pas in te dienen nadat met de adviespunten rekening is gehouden.