Wijziging van de Gaswet betreffende een verbod op laagcalorisch gas voor de grootste afnemers
Op 18 maart 2019 is het wetsvoorstel wijziging van de Gaswet betreffende een verbod op laagcalorisch gas voor de grootste afnemers aan ATR voorgelegd voor toetsing. Met deze wijziging wordt een verbod op laagcalorisch gas ingevoerd voor de negen grootste afnemers. Dit verbod gaat in op 1 oktober 2022. De netbeheerder van het landelijke gastransportnet, Gasunie Transport Services (GTS), krijgt met deze wijziging de wettelijke taak om deze afnemers desgevraagd om te schakelen van laagcalorisch gas naar hoogcalorisch gas. Deze wijziging legt daarnaast procedures vast hoe invulling te geven aan deze omschakeling of de eventuele afschakeling. Ook wordt een nadeelcompensatie regeling ingevoerd, en wordt de mogelijkheid voor een tijdelijke ontheffing geïntroduceerd.
Het college adviseert dit voorstel niet in te dienen totdat rekening is gehouden met de adviespunten. Zo adviseert het college in de toelichting aan te geven of en in hoeverre een verbod op het gebruik van laagcalorisch gas de enige mogelijkheid is voor het verbeteren van de veiligheid en de veiligheidsbeleving in Groningen. Ook adviseert het college in de toelichting aan te geven welke alternatieven zijn overwogen voor het verbod op het gebruik van laagcalorisch gas. Daarnaast adviseert het college in de toelichting te verduidelijken waarom is gekozen voor de ingangsdatum van 1 oktober 2022. Ook constateert het college dat de regeldrukberekening van het voorstel onvolledig is. De grootste kostenpost, namelijk de materiële kosten van omschakeling voor GTS en de afnemers, ontbreekt. Het college adviseert deze kosten op te nemen in de berekening en om daarbij aan te geven hoe de voorgestelde maatregelen deze kosten beperken.