Wijziging van het Bouwbesluit 2012 in verband met de introductie van een stelsel van certificering voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties
Op 8 maart 2019 heeft de minister van Binnenlandse Zaken een voorstel tot wijziging van het Bouwbesluit aan ATR aangeboden voor toetsing. Deze wijziging is de uitwerking van de wijziging van de Woningwet in verband met de introductie van een stelsel van certificering voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties. Met deze wijziging wordt het certificeringstelsel uitgewerkt.
Een certificeringsstelsel wordt noodzakelijk geacht vanwege de risico’s op (dodelijke) koolmonoxidevergiftiging. De Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OvV) heeft zulke ongelukken onderzocht en vastgesteld dat die ongelukken vermoedelijk 3 tot 5 keer vaker voorkomen dan wordt gerapporteerd. Koolmonoxide is een onderschat en onbegrepen gevaar.
In tegenstelling van wat vaak wordt gedacht, namelijk dat deze problemen zich voordoen bij oude, slecht onderhouden en open verbrandingsinstallaties, blijkt dat bijna de helft van de ongelukken juist plaats vindt bij moderne, gesloten en goed onderhouden cv-installaties. De oorzaak van deze ongelukken wordt daarom gezocht in het handelen en het nalaten van installateurs. Daarom wordt het verboden om installatie- en onderhoudswerkzaamheden uit te voeren zonder een geldig certificaat. Daarvoor wordt de Woningwet gewijzigd. In 2018 is die wijziging aan ATR ter toetsing voorgelegd, het besluit dat nu ter toetsing is voorgelegd, is daar een uitwerking van.
ATR constateert dat noodzaak van het besluit voldoende is onderbouwd. Of het stelsel voldoende effectief zal zijn moet nog blijken, dat is op voorhand niet met zekerheid vast te stellen. Daarom is monitoring van het stelsel essentieel. Het college constateert dat de monitoring een meldplicht voor (bijna) ongelukken inhoudt, maar dat die meldplicht alleen geldt voor de productie van koolmonoxide, en niet voor de verspreiding ervan in de woning. Maar de OvV constateert dat de ongelukken worden veroorzaakt door de samenloop koolmonoxideproductie en de verspreiding ervan door de woning. ATR adviseert om de monitoring en meldplicht uit te breiden met situaties waarin rookgassen zich in de woning kunnen verspreiden.
Tot slot constateert ATR dat de te verwachten regeldrukeffecten reeds bij het wetsvoorstel in beeld zijn gebracht.