Wijzigingsbesluit financiële markten 2019
Op 26 februari 2019 is aan ATR voor advies aangeboden het voorgenomen Wijzigingsbesluit financiële markten 2019. Met dit jaarlijkse besluit worden wijzigingen aangebracht in het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo), het Besluit toezicht accountantsorganisaties, het Uitvoeringsbesluit Wwft 2018, en nog enkele andere besluiten op het terrein van de financiële markten. ATR heeft drie van die wijzigingen beoordeeld op de gevolgen voor de regeldruk.
Een van die wijzigingen is dat er aanvullende voorschriften gelden voor het productieproces van financiële producten en de distributiestrategie. Financiële producten moeten in het belang van de client zijn. Dat hangt af van de kenmerken van de financiële producten, en van de kenmerken van de klanten. Daarom worden ook eisen gesteld aan de distributiestrategie. Deze verandering veroorzaakt eenmalig regeldruk van 2,2 miljoen euro.
Een andere wijziging betreft het provisieverbod. Een beleggingsonderneming mag geen provisie geven of krijgen bij beleggingsdienst aan niet-professionele beleggers. Kleine niet-geldelijke provisies zijn wel toegestaan. Niet-geldelijke provisie is bijvoorbeeld een kosteloze proefperiode. Tot nu toe was onduidelijk wanneer een proefperiode voor onderzoek op beleggingsgebied als provisie moet worden aangemerkt. Daarom wordt nu bepaald dat zo’n proefperiode maximaal drie maanden mag duren.
Een derde wijziging betreft het melden van transacties vanwege de Wet ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering (de Wwft). Om de instellingen te helpen bij het vaststellen van transacties die gemeld moeten worden, was bepaald dat die altijd gemeld moeten worden als die door (of voor) een bedrijf of persoon in een derde-hoogrisicoland werden gedaan. Maar in de praktijk veroorzaakt dat een groot aantal meldingen. Dat zijn er teveel om allemaal te onderzoeken. Daarom geldt dit niet meer als reden voor het melden.