Wetsvoorstel doorlopende leerroutes vmbo-mbo (sterk beroepsonderwijs)
Op 17 januari 2019 heeft ATR het voorstel ontvangen voor wijziging van onder andere de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Leerplichtwet 1969. Met het oog op de versterking van het beroepsonderwijs wordt het wettelijk mogelijk gemaakt doorlopende leerroutes vmbo-mbo in te stellen. De beoogde datum van inwerkingtreding van de wet is 1 augustus 2020.
Het wetsvoorstel regelt dat een vmbo-school en een mbo-instellingen doorlopende leerroutes vmbo-mbo kunnen aanbieden op niveau 2, 3 en 4. Een doorlopende leerroute bestaat uit één geïntegreerd programma waarin zowel vmbo- als mbo-onderwijs wordt gegeven. Jongeren mogen het vmbo-examen in de eerste drie jaren van de doorlopende leerroute afleggen. Voor de geïntegreerde route van vmbo-basisberoepsopleiding naar mbo-2 wordt het mogelijk om het mbo-2 diploma te halen zonder eerst het vmbo-diploma te halen. Het mbo-2 lesprogramma kan binnen het vmbo afgerond worden. De doorlopende leerroutes moeten ervoor zorgen dat minder jongeren uitvallen tijdens de opleiding, meer jongeren een startkwalificatie behalen, er een divers onderwijsaanbod is en de doorstroom binnen het beroepsonderwijs verbetert. Daarbij is er momenteel een grote behoefte aan praktisch geschoolde mensen. De inzet is dat een jongere in elke regio terecht kan in doorlopende leerroutes vmbo tot en met mbo. Het is aan de vmbo-scholen en instellingen om te bepalen in welke profielen en opleidingen doorlopende leerroutes worden aangeboden, in overeenstemming met de behoeften van het vervolgonderwijs en de regionale arbeidsmarkt.
Al vanaf 2008 experimenteren vo-scholen en mbo-instellingen met doorlopende leerroutes vmbo-mbo. Op basis van die ervaringen zijn er aanwijzingen dat de aanpak voor de doorlopende leer¬routes werkt. Met het wetsvoorstel worden ook enkele knelpunten voor de praktijk opgelost. Tegelijkertijd zijn er signalen over de complexiteit van de uitvoering, de “bewerkelijke admini¬stratieve handelingen” en de wijze van bekostiging. ATR adviseert in het kader van de monitoring gericht te kijken naar de mogelijkheden voor vereenvoudiging van de uitvoeringspraktijk voor het vmbo en mbo. ATR adviseert ook om te bezien hoe het beroepsonderwijs vanuit het oogpunt van regeldruk en vereenvoudiging voor de uitvoeringspraktijk op de langere termijn het beste gerealiseerd kan worden. De gevolgen voor de regeldruk zijn nog niet volledig in beeld gebracht en berekend. ATR adviseert dit alsnog te doen.