Wijziging Besluit zeevarenden handelsvaart en zeilvaart

Op 20 december 2017 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat het wijzigingsvoorstel van het Besluit zeevarenden handelsvaart en zeilvaart voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) voor toetsing. Het voorstel maakt onderdeel uit van het beleid om de bemanningseisen voor de zeevisserij zoveel mogelijk internationaal te harmoniseren en te integreren met die voor de handelsvaart. Hierdoor kunnen bemanningen van beide vormen van zeevaart beter worden uitgewisseld, wat de flexibiliteit in de sector vergroot. Nederland geeft daarmee uitvoering aan het Internationaal Verdrag betreffende de normen over opleiding, diplomering en wachtdienst van personeel van vissersschepen van de Internationale Maritieme Organisatie (STCW F-verdrag).

ATR constateert dat nut en noodzaak van het voorstel op hoofdlijn zijn onderbouwd. Het college adviseert de onderbouwing voor het verplichte certificaat basisveiligheid voor vissers nader inhoudelijk te motiveren. Tevens stelt het college vast dat gekozen is voor een lastenluwe uitwerking van het verdrag in Nederlandse wet- en regelgeving. Verder maakt de toelichting duidelijk dat Nederland bij de implementatie streeft naar werkbare regelgeving voor de betrokken bedrijven.

ATR merkt op dat in de consultatieversie van het voorstel het overgangsrecht en de inwerkingtreding nog niet volledig zijn geregeld. Het college adviseert bij de inwerkingtreding van de wetgeving de vaste verandermomenten in acht te nemen en dit in te vullen in overleg met de sectorpartijen en sociale partners. De vaste verandermomenten beogen om de eenmalige regeldruk die het gevolg is van veranderingen in wetgeving, te beperken.

Tot slot adviseert ATR de regeldrukeffecten van de wijzigingen kwantitatief in kaart te brengen in de toelichting bij het voorstel.

Publicatie van de wijziging van het Besluit zeevarenden handelsvaart en zeilvaart in de Staatscourant (11 februari 2019)