Invoeringsbesluit Omgevingswet
Op 25 oktober 2018 heeft het Ministerie van BZK het voorstel voor het Invoeringsbesluit Omgevingswet aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) voorgelegd voor advies. Het Invoeringsbesluit regelt drie onderwerpen inzake de Omgevingswet. Allereerst het overgangsrecht en daarmee de rechtsgeldigheid van huidige vergunningen en lopende procedures. Specifiek onderdeel bij het overgangsrecht is de zogenaamde ‘bruidsschat’. De bruidsschat is een set regels over onderwerpen die onder de Omgevingswet overgaan van het Rijk naar decentrale overheden. Met de bruidsschat wordt een rechtsvacuüm voorkomen en krijgen gemeenten en waterschappen de tijd zelf een afweging te maken over onderwerpen.
Het Invoeringsbesluit regelt ten tweede de intrekking van ongeveer 75 bestaande besluiten of de technische wijziging hiervan om deze in lijn te brengen met de Omgevingswet. Als derde wijzigt het Invoeringsbesluit op enkele onderdelen de vier AMvB’s bij de Omgevingswet. Het gaat hierbij om technische, redactionele en inhoudelijk verbeteringen. Enkele wijzigingen in de AMvB’s resulteren in regeldrukeffecten. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de uitbreiding van de lijst met bouwwerken die niet bouwtechnisch getoetst hoeven te worden. Deze aanpassing leidt tot een vermindering van administratieve lasten voor initiatiefnemers.
ATR constateert dat de toelichting nut en noodzaak van het Invoeringsbesluit onderbouwt. Het nieuwe omgevingsrecht kan volgens het college op twee onderwerpen minder belastend. Allereerst door in het DSO koppelingen zodanig in te richten dat dubbele gegevens-uitvraag wordt voorkomen, bijvoorbeeld tussen een ‘vergunningencheck’ en de applicatie waarmee een burger of bedrijf een vergunning aanvraagt. Ook bij de verwijzingen naar normdocumenten is lastenbesparing mogelijk volgens ATR.
Om de werkbaarheid en uitvoerbaarheid te vergroten adviseert het college duidelijkheid te geven over de wijzigingen in verplichtingen voor burgers en bedrijven. Voor enkele veranderingen in het Invoeringsbesluit is vooralsnog niet duidelijk in hoeverre wijzigingen in verplichtingen optreden. Verder constateert het college dat nog niet alle onderdelen van het Invoeringsbesluit volledig zijn uitgewerkt. Bijvoorbeeld over de interactieve aanvraagformulieren en de samenwerkings-mogelijkheden voor overheden in het DSO moet nog worden besloten. Aangezien deze uitwerking plaatsvindt na de consultatiefase adviseert ATR burgers, bedrijven en mede-overheden in deze fase te betrekken.
Tot slot constateert ATR dat de regeldrukeffecten-rapportage nog niet compleet is. Onder andere de regeldrukgevolgen van de bepalingen over het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) zijn niet uitgewerkt in de toelichting. Volgens het college is dit wel van groot belang, aangezien het DSO het fundament vormt bij de Omgevingswet en bepalend is voor het al dan niet realiseren van de verbeterdoelstellingen. ATR adviseert de minister in samenspraak met decentrale overheden de implementatie van de bruidsschat en de regeldrukeffecten daarbij te monitoren.