Wet, AMvB en Ministeriële Regeling verkorte periode van eigen risico dragen
Op 24 april 2018 zijn de volgende regelingen voor advies aan Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) voorgelegd.
Op 24 april 2018 zijn de volgende regelingen voor advies aan Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) voorgelegd:
- Wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv);
- Wijziging van het Besluit Wfsv (AMvB) in verband met de verkorting van de individuele risicoduur voor werkgevers;
- Wijziging van de Regeling (ministeriële regeling) vaststelling periode eigen risico dragen WGA teneinde de WGA-risicoperiode van de werkgever te verkorten van tien naar vijf jaar.
De redenen voor de wijzigingen zijn de volgende. De huidige vormgeving van de arbeidsmarkt knelt voor werkgevers én werknemers. Het huidige systeem van arbeidsverhoudingen slaagt er onvoldoende in om werkgevers en werknemers te ondersteunen bij het aangaan van een arbeidsrelatie die aansluit bij hun behoeften en de aard van het werk. Werkgevers zijn terughoudend om werknemers in vaste dienst te nemen door de risico’s en kosten die verbonden zijn aan het vaste contract. Het wetsvoorstel beoogt hierin verandering te brengen, door de periode van eigenrisicodragen voor de WGA-uitkering van tien naar vijf jaar te verkorten. Ook de periode van premiedifferentiatie gaat terug naar vijf jaar.
ATR heeft in een brief aan de minister van SZW laten weten dat de argumentatie van nut en noodzaak van de maatregelen tekortschiet. De toelichting maakt onvoldoende duidelijk wat de gevolgen voor de oorspronkelijke doelstelling van de regelingen zijn; het terugdringen van het arbeidsongeschiktheidsrisico en de bevordering van re-integratie. Ook is de relatie tussen de wijzigingen en de werking van de arbeidsmarkt niet helder. Zo onderbouwt de toelichting niet dat de huidige regelingen een ongunstig effect hebben op de balans tussen vast en flexibel werk. Ook de effecten op de arbeid als zzp-er zijn niet inzichtelijk gemaakt. Om nut, noodzaak en proportionaliteit van de wijzigingen evenwichtig te kunnen beoordelen is meer inzicht en een betere onderbouwing nodig. ATR adviseert de minister de toelichting aan de hand van de gemaakte opmerkingen en vragen aan te passen.