Plantgezondheidswet

Op 16 februari 2018 is aan ATR het concept van het voorstel tot wijziging van de Plantgezondheidswet voor advies voorgelegd. Dit wetsvoorstel leidt tot een volledige herziening en vernieuwing van de Plantenziektewet van 5 april 1951. De aanleiding voor deze vernieuwing is de Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees parlement. De doelstelling van het Europese plantgezondheidsstelsel, zoals geformuleerd in de Fytorichtlijn, blijft gehandhaafd maar de nadruk ligt nu meer op het “voorkomen”, zodat later minder ingegrepen hoeft te worden met bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen of kostbare controlemaatregelen. De gevolgen voor de regeldruk zijn met name toe te schrijven aan de uitbreiding of aanscherping van een aantal bestaande instrumenten zoals de registratie van professionele marktdeelnemers; het verplichtstellen van het gebruik van het plantenpaspoort en de uitbreiding van de fytosanitaire certificaatplicht bij import.

ATR heeft in een brief aan de minister van LNV laten weten dat nut en noodzaak van dit wetsvoorstel voldoende is onderbouwd. Verder wordt geadviseerd om bij de uitwerking van deze kaderwet in lagere regelgeving in samenspraak met het bedrijfsleven verschillende alternatieven af te wegen en gebruik te maken van best practices in andere EU-lidstaten. Wat betreft de werkbaarheid adviseert ATR om bij de vormgeving van maatregelen zoveel mogelijk aansluiting te zoeken bij het bestaande instrumentarium en in overleg met betrokken bedrijven te zoeken naar de best werkbare aanpak. Ten slotte heeft LNV bij de berekening van de regeldrukgevolgen gewerkt met bandbreedtes. Hiermee is zij tegemoetgekomen aan de voorstellen van ATR in de pre-consultatie om bij deze kaderwet met bandbreedtes te werken. De precieze regeldrukgevolgen kunnen pas in de fase van lagere regeling worden berekend.