Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget
Op 7 maart 2018 is aan ATR voor advies aangeboden het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op het kindgebonden budget. De hoogte van dit budget is deels afhankelijk van het inkomen De wetswijziging verhoogt het punt waarop de inkomensafhankelijke afbouw van het kindgebonden budget voor paren start. Dat gebeurt nu al bij een gezamenlijk inkomen van € 20.451,- (2018). Het wetsvoorstel verhoogt dit grensinkomen voor paren met € 16.300,-. Met deze verhoging krijgen paren met een gezamenlijk toetsingsinkomen tussen de huidige afbouwgrens van ca. € 20.000,- en circa € 65.000,- een hoger kindgebonden budget of zij komen voor het eerst in aanmerking voor het kindgebonden budget.
ATR laat in een brief aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid weten dat nut en noodzaak van de wetswijziging afdoende zijn gemotiveerd. ATR adviseert de staatssecretaris van SZW om paren die niet bij uitvoerder Belastingdienst/Toeslagen bekend zijn het kindgebonden budget niet te laten aanvragen, maar om het budget automatisch toe te kennen. De Belastingdienst beschikt volgens ATR over voldoende gegevens over het inkomen en de gezinssituatie van deze paren om dat mogelijk te maken. Dat bespaart per individueel geval 20 minuten aan onnodige regeldruk. Verder adviseert ATR om de regeldrukgevolgen niet alleen te beschrijven maar ook te berekenen.