Wet invoering extra geboorteverlof
Op 12 februari 2018 is aan ATR voor advies voorgelegd het wetsvoorstel invoering extra geboorteverlof. Het wetsvoorstel verruimt het huidige kraamverlof van de partner, namelijk van de huidige 2 dagen met loondoorbetaling naar eenmaal de wekelijkse arbeidsduur met loondoorbetaling. Bij een fulltime werkweek is dat 5 dagen doorbetaald verlof. Daarnaast introduceert het wetsvoorstel een aanvullend verlof van 5 maal de wekelijkse arbeidsduur. Dit moet binnen 6 maanden na de geboorte van het kind worden opgenomen. Voor het aanvullend verlof bestaat recht op een uitkering van het UWV ter hoogte van 70% van het dagloon (tot 70% van het maximum dagloon) en wel voor ten hoogste 5 weken. De werknemer moet de aanvraag door tussenkomst van de werkgever bij UWV indienen.
ATR laat in een brief aan de minister voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid weten dat nut en noodzaak van de wetswijziging afdoende zijn gemotiveerd. ATR adviseert de minister om af te zien van de tussenkomst van de werkgever bij de aanvraag van het aanvullend geboorteverlof. Die heeft geen meerwaarde en past niet goed binnen de ontwikkeling naar een individueel recht op verlof. Afzien van tussenkomst door de werkgever betekent dat de voorziene € 1,3 miljoen aan extra regeldruk achterwege kan blijven. ATR adviseert verder om in de toelichting tot uitdrukking te brengen dat de werknemer bij de aanvraag geen bewijzen van geregistreerd partnerschap en geboorte hoeft te voegen.