Nota van Wijziging wetsvoorstel Wet rijonderricht motorrijtuigen
Op 23 augustus 2017 heeft het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) de Nota van Wijziging bij het voorstel tot wijziging van de Wet rijonderricht motorrijtuigen ontvangen voor advies. Het doel van deze Nota van Wijziging is om fraude en verder wangedrag in de rijscholenmarkt zoveel mogelijk te beperken. Na overleg met de rijscholensector en andere stakeholders heeft de minister van IenW gekozen om de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) voor rijinstructeurs verplicht te stellen als oplossing van de gesignaleerde problemen. Voor de langere termijn wordt op een later moment bezien of verdere aanpassingen van het stelstel gewenst zijn.
Om zoveel mogelijk uit te sluiten dat jonge mensen tijdens rijlessen last ondervinden van eventueel wangedrag van rijinstructeurs is een effectief en lastenluw instrument van extra belang.
ATR constateert dat met de keuze voor de VOG-verplichting gekozen wordt voor een maatregel die de risico’s als gevolg van de ongelijke gezagsrelatie tussen de rijinstructeur en leerling probeert te beperken. In de toelichting bij het voorstel wordt echter niet ingegaan op andere beleidsalternatieven die zijn overwogen en die de structurele ongelijkheid in de gezagsrelatie zelf zouden kunnen beperken. ATR adviseert om in de toelichting alsnog op deze alternatieven in te gaan. Bij de onderbouwing en uitwerking van het voorstel voor de VOG-verplichting kan tevens gebruik worden gemaakt van de ervaringen uit andere sectoren zoals de kinderopvang en de taxibranche.
In de uitwerking van de VOG-verplichting zijn kansen aanwezig om de effectiviteit te vergroten. Bijvoorbeeld door te kiezen voor continue screening in plaats van een VOG-aanvraag en screening eens in de vijf jaar. Continue screening kan daarnaast mogelijk de regeldruk van de verplichting beperken. Daarom adviseert ATR in de toelichting bij het voorstel te motiveren waarom niet voor deze uitvoeringsvariant is gekozen.
ATR adviseert tevens om te verduidelijken waarom de VOG-verplichting nu wordt geregeld, vooruitlopend op mogelijk andere wijzigingen van het stelsel die worden voorzien. In andere sectoren wordt de inzet van de VOG veelal in samenhang met andere maatregelen doorgevoerd. Als op korte termijn andere wijzigingen worden doorgevoerd, moeten degenen die de verplichtingen moeten naleven, opnieuw kennis nemen van wijzigingen en de bijbehorende aanpassingen doorvoeren.
Tot slot adviseert ATR om de uitkomsten van de verkenning van de digitale aanvraagroute van de VOG in de Nota van Wijziging op te nemen. Mogelijk kan deze digitale aanvraagroute van de VOG zorgen voor minder regeldruk bij het aanvraagproces.