Besluiten verplichte geestelijke gezondheidszorg, zorg en dwang en forensische zorg
Op 6 december 2017 zijn aan ATR voorgelegd de besluiten verplichte geestelijke gezondheidszorg (Bvggz), zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Bzd) en forensische zorg (Bfz).De drie besluiten stellen nadere regels. Het Bvggz en het Bzd wijzen de toegestane vormen van gedwongen ambulante zorg aan, zoals bijvoorbeeld het toedienen van vocht en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beide besluiten zien op een nieuwe vorm van zorg, namelijk ambulante gedwongen zorg. Het Bfz ziet op een bestaande vorm van intramurale zorg. Het Bfz bevat een nadere uitwerking van diverse onderwerpen die betrekking hebben op het stelsel van forensische zorg, zoals de inkoop van forensische zorg en de plaatsing van forensische patiënten.
ATR constateert in brieven aan de Ministers van VWS en Rechtsbescherming dat nut en noodzaak van de voorgestelde besluiten voldoende duidelijk zijn gemaakt. Er is in de besluiten ook voor de minst belastende alternatieven gekozen. ATR komt echter wel tot twee verschillende dicta bij de drie besluiten.
Bfz
Omdat het besluit Bfz ziet op een bestaande vorm van zorg zijn rollen en verantwoordelijkheden van de bij de uitvoering betrokken actoren voldoende duidelijk. De impact van de wijzigingen voor deze rollen en actoren zijn voldoende helder. ATR adviseert in een brief de minister van JenV het beluit vast te stellen nadat een aantal tekortkomingen in de verantwoording van de regeldruk is weggenomen. Zo moeten onder meer de gevolgen van de procedure tot aanwijzing van private instellingen als Tbs-instelling in beeld worden gebracht.
Bvggz en Bzd
Bij de Bvggz en Bzd zijn de gevolgen voor de dagelijkse praktijk nog niet duidelijk. Er is onvoldoende duidelijkheid over de impact van het besluit voor rollen en verantwoordelijkheden van de uitvoerenden. Daarom adviseert ATR in een brief de minister van VWS de gevolgen voor de dagelijkse praktijk van de betrokken actoren in beeld te brengen. Tot de actoren behoren het bevoegde gezag in een gemeente, politie, rechtspraak, openbaar ministerie, zorgaanbieder en zorgverlener. Pas dan is het mogelijk om de effecten voor de regeldruk in beeld te brengen en deze gevolgen te ramen. Zo nodig kan bij de raming gebruik worden gemaakt van scenario’s en bandbreedtes in de gevolgen. Gezien de impact voor de uitvoeringspraktijk komt ATR tot een ander dictum, namelijk om de besluiten niet vast te stellen, tenzij alsnog de vereiste duidelijkheid wordt geboden.